Om uit te leggen wat India met mij
heeft gedaan, zeg ik wel eens “India heeft me op de kop aan mijn enkels
gehouden en net zo lang door elkaar geschud tot er geen enkel stukje meer op
zijn plek zit.”
Alles waarvan je denkt dat het
normaal is, dat het zo hoort en dat het geen uitleg behoeft, is hier niet
normaal, hoort hier niet, behoeft hier een heleboel uitleg. Alles wat
gemakkelijk lijkt te zijn, blijkt moeilijk. Alles waarvan je denkt dat het
onmogelijk is, kan zonder problemen. Niets is “gewoon wel leuk”. Alles is of
heel gaaf of heel stom, nooit ergens in dat grijze midden. En niets is wat het
lijkt.
Ik vind India soms zo lastig om te
wonen. En dan heb ik het niet over de afspraken die niet nagekomen worden, de
viezigheid op straat, de verkopers in winkels die werkelijk geen idee hebben
wat ze verkopen of de stroom die regelmatig uitvalt. Daar wen je wel aan en
daar valt prima mee te leven. Nou, behalve met die verkopers dan :-).
Die komen nét iets te dicht bij je staan en volgen je door de hele winkel.
Steeds vaker krijg ik de behoefte om me heel snel om te draaien en keihard
Boeh! te roepen. Wat ik dan toch maar weer niet doe. Nee, wat ik lastig vind is
wonen in een land waar honderden miljoenen mensen
geen toegang hebben tot degelijk onderwijs, goede gezondheidszorg en een
doodgewone wc. Waar zo ontzettend veel armoede is. Waar veel te veel meisjes zijn getrouwd voor ze 18 zijn. Waar
mensen ontzettend onbeschoft kunnen zijn tegen mensen die lager op de sociale
ladder staan. Waar de communicatie vaak zo lastig is, want al spreken we dezelfde taal, we denken zo anders. Waar uiterlijke schijn zo enorm belangrijk is en gezichtsverlies
zulke dramatische gevolgen kan hebben.
En tegelijkertijd kan ik zo houden
van dit land waar de gast koning is. Waar mensen wonen die van niets iets
kunnen maken. Waar ik de slappe lach krijg van alle gekkigheid. Waar ik geleerd
heb om anders naar situaties te kijken en ver uit mijn comfort zone te gaan.
Waar alles kan. Waar altijd iets te zien en te beleven valt. Waar de natuur zo
uitbundig is. Waar de kleuren je doen duizelen. Waar zelfs niets gedeeld wordt
met anderen. Waar yoga meer is dan enkel de oefeningen. Waar ik zo ontzettend
dankbaar heb leren zijn. Waar zoveel mensen goed doen. Waar het eten
verrukkelijk en het klimaat heerlijk is. Waar ik mezelf beter heb leren kennen.
En waar ik een stukje van mijn hart achter laat.
Op de kop aan mijn enkels dus. Het
duurt nog wel eventjes voor ik weer rechtop sta.